J. P. Heije (1809-1876) was een Amsterdamse arts die vooral bekend is geworden als tekstdichter. Hij schreef poëzie, geestelijke liederen, volksliedjes en kinderliedjes. Hij was een sociaal bewogen mens en een energieke volksverbeteraar, wat ook zichtbaar was in de teksten van zijn liedjes. Als bestuurslid van de Maatschappij tot Bevordering van de Toonkunst had hij veel contact met componisten. Hierdoor was hij als een van de eersten in staat om af te stappen van de gewoonte om volks- en kinderliedjes te schrijven op bestaande melodieën. Jan Pieter Heije werkte veel samen met arts en componist Joannes Viotta, die lid was van het MBT. We zijn beide heren al eerder tegengekomen in het artikel over het lied´De Zilvervloot´, dat eveneens van hun hand is. Andere bekende liedjes van Heije zijn ´Sint Nicolaas´ (Zie de maan schijnt door de bomen), ´Van zeven kikkertjes´ (Er zaten zeven kikkertjes al in een boerensloot), ´Onze manieren´ (Tussen Keulen en Parijs ligt de weg naar Rome), ´Naar zee´ (Ferme jongens, stoere knapen, Foei hoe sufferd staat gij daar), ´Een middagslaapje´ (Wie rusten wil in ´t groene woud, wie rusten wil met lusten) en ´De kleinste´ (In ´t groene dal, in ´t stille dal, waar kleine bloempjes groeien). Moralist Hieronymus van Alphen, idealist Jan Pieter Heije en humorist Jan Goeverneur worden beschouwd als de grote kinderliedschrijvers van de achttiende en negentiende eeuw. Veel van hun liedjes zijn nog altijd bekend en worden gezongen door kinderkoren, op vrijescholen en bij scoutinggroepen. Jan Pieter Heije schreef in totaal ruim 350 volksliedjes en 150 kinderliedjes.

Het lied ´Twee Voerlui´ werd voor het eerst gepubliceerd in het boek ´Verzameling van leerzame en vermakelijke zangstukjes, tot nut van ´t algemeen´ in 1846 en daarna nog in een groot aantal andere liedboeken tot halverwege de twintigste eeuw. Het lied is bij de meeste mensen bekend als ´Een karretje op de zandweg reed´, de beginregel van het lied. Doorgaans kent men nog alleen de eerste strofe, waardoor de tragische afloop van het lied vergeten is. De volledige tekst van het lied luidt:

Een karretje op de zandweg reed,
De maan scheen helder, de weg was breed,
Het paardje liep met lusten.
´k Wed dat het zelf zijn weg wel vindt,
De voerman lei te rusten.
Ik wens je wel thuis, mijn vrind, mijn vrind,
Ik wens je wel thuis, mijn vrind.

Een karretje reed langs berg en dal,
De nacht was donker, de weg was smal,
Het paard liep als met vleugels.
De sneeuwjacht zweept zijn ogen blind,
De voerman houdt de teugels.
Ik wens je wel thuis, mijn vrind, mijn vrind,
Ik wens je wel thuis, mijn vrind.

Eén karretje keert behouden weer,
Het ander heeft er geen voerman meer,
Waar kan hij zijn gebleven?
´k Wed dat je ´m op de zandweg vindt,
Of mooglijk wel daarneven.
Hij komt niet meer thuis, die vrind, die vrind,
Hij komt niet meer thuis, die vrind.

De eerste strofe gaat over een boerenkar die zich bevindt op een rustige zandweg. Het is een brede zandweg en er schijnt een heldere maan. Deze strofe verwijst naar het gezegde ´zijn kar rolt over een zandweg´, wat betekent dat het hem voorspoedig gaat en hij zich nergens zorgen over hoeft te maken. De tweede strofe gaat over een andere boerenkar, zoals ook blijkt uit de titel van het lied. De voerman van deze kar heeft meer uitdagingen. Het zicht is slecht, want het is een donkere nacht en er woedt een sneeuwstorm. Hij rijdt bovendien op een smal pad tussen berg en dal, wat verwijst naar de gezegden ´door een diep dal gaan´ en ´pieken en dalen kennen´. Met deze voerman gaat het derhalve niet zo voorspoedig.

De voerman uit de eerste strofe maakt zich nergens zorgen over en sukkelt in slaap. De voerman uit de tweede strofe houdt de teugels in handen en blijft alert. In de derde strofe blijkt de eerste voerman van de wagen te zijn gevallen en te zijn verongelukt, terwijl de tweede voerman heelhuids thuiskomt. Jan Pieter Heije waarschuwt in dit lied dus om altijd alert te blijven. Dit thema is ook bekend uit de scheepvaart. Hier kent men het gezegde ´in rustig vaarwater verkeren´, maar ook het spreekwoord ´Rustig vaarwater heeft nog nooit een goede kapitein voortgebracht´.

©Bert van Zantwijk

Overname van (delen van) dit artikel is uitsluitend toegestaan onder vermelding van de naam van de auteur en/of een link naar dit artikel.