Aan dit artikel wordt momenteel geschreven.

Het dubbelfeest Krakelingen en Tonnekensbrand vindt plaats in Geraardsbergen, op de voorlaatste zondag voor de eerste maandag van maart. Dat is een ingewikkelde manier om te zeggen dat het feest plaatsvindt op de laatste zondag van februari, maar een week eerder als 1 maart op een maandag valt. Er is voor die ingewikkelde omschrijving gekozen omdat de datum van Krakelingen en Tonnekensbrand sinds 1964 gekoppeld is aan de Eerste Toog, de Jaarmarkt die plaatsvindt op de eerste maandag van maart. Krakelingen en Tonnekensbrand vindt dus plaats op de zondag in de periode 21-27 februari, of uiterlijk op 28 februari als deze datum in een schrikkeljaar op zondag valt. In de week tussen Krakelingen en Tonnekensbrand en de Eerste Toog is er een foor (kermis). Het Feest van Krakelingen en Tonnekensbrand staat sinds 2008 op de Inventaris Immaterieel Cultureel Erfgoed Vlaanderen en werd in 2010 door Unesco opgenomen op de Representatieve Lijst van het Immaterieel Cultureel Erfgoed van de Mensheid.

This image has an empty alt attribute; its file name is eerste-toog-geraardsbergen.jpg

Geraardsbergen is een stad met 35.000 inwoners, gelegen aan de rivier de Dender, binnen het arrondissement Aalst in de provincie Oost-Vlaanderen. De plaatselijke benaming voor Geraardsbergen is Giesbaargen. In 1046 verkreeg Boudewijn V, graaf van Vlaanderen, het gebied tussen Schelde en Dender in leen van de Duitse keizer. De Dender werd daardoor de oostgrens van het graafschap Vlaanderen. Rond 1060 kocht Boudewijn Hunnegem, een plek aan de overzijde van de Dender waar zich ooit een Frankische nederzetting had bevonden, stichtte er een stad en noemde het Geraardsbergen. Zijn opvolger, Boudewijn Vl, gaf de stad in 1068 stadsrechten.

This image has an empty alt attribute; its file name is geraardsbergen-in1649-door-j.-blaeu.jpg

Het krakelingenfeest begint om 15 uur met een stoet die uit Hunnegem vertrekt en die naar de Oudenberg gaat. Hunnegem, nu een wijk van Geraardsbergen, is de bakermat van de stad Geraardsbergen, gelegen aan de linkeroever van de Dender. De stad ontwikkelde zich later echter vooral aan de voet van de Oudenberg, aan de andere zijde van de rivier. De Oudenberg heeft een strategische ligging op de grens van het graafschap Vlaanderen, het hertogdom Brabant en het graafschap Henegouwen. De kasseiweg die de Oudenberg oploopt is een bekende helling uit het wielrennen, die bekend staat als ‘de Muur’ en wordt beschouwd als de zwaarste klim van Vlaanderen. Bovenop de Oudenberg bevindt zich de bedevaartkapel Onze-Lieve-Vrouw Oudenberg.

This image has an empty alt attribute; its file name is onze-lieve-vrouw-van-oudenberg-1.jpg

De stoet van Hunnegem naar Oudenberg bestaat uit fanfares, de drie stadsreuzen Goliath, Gerarda en Kinneken Baba en ongeveer duizend figuranten, waarvan de helft de verschillende periodes en gebeurtenissen van de stad uitbeeldt en de andere helft een speciaal voor dat jaar gekozen thema. De stoet wordt afgesloten met drie druïdes die een zilveren kelk en een kom met kleine levende visjes meedragen en brooddragers met manden vol krakelingen. Eigenlijk zijn dit geen krakelingen maar mastellen, gemaakt van sandwichdeeg en kaneel, waarbij het deeg echter, net als bij een krakeling, in een sliert is gerold en in een specifieke vorm is gevouwen. Als de stoet het stadhuis passeert, sluiten de deken, het college van burgemeester en schepenen, gemeenteraadsleden en genodigden zich bij de stoet aan.

This image has an empty alt attribute; its file name is mandendragers-geraardsbergen.jpg

Aan de voet van de Oudenberg wordt de stoet ontbonden. De druïdes, mandendragers, de deken en het stadsbestuur wandelen de kasseiweg omhoog en stappen onder trompetgeschal het podium aan de Oudenberg op. Daar voeren de druïdes het eeuwenoude ritueel uit van het eren van de vier windstreken. Dit doen ze met de wijn en de levende visjes. Vroeger waren dit grondelingen. Tegenwoordig wordt gebruik gemaakt van kleine blankvoorns, die 3 tot 4 centimeter groot zijn. Hierna schuiven de prominenten aan om één voor één van de druïdes de 400 jaar oude kelk, met in het midden van de schaal het wapenschild van Geraardsbergen gegrafeerd, met daarin de wijn met levende visjes te krijgen, waaruit zij een slok nemen. Daarna werpen de prominenten zo’n 10.000 krakelingen naar het beneden wachtende volk. Eén van de krakelingen bevat een briefje dat recht geeft op de gouden krakeling, een uniek juweel in de vorm van het beroemde broodje.

This image has an empty alt attribute; its file name is krakelingen-werpen.jpg

Om half acht ’s avonds wordt de dubbele feestdag voortgezet met het tweede feest, de tonnekensbrand. Op de top van de Oudenberg wordt een een met stro omwikkelde pekton aan een mast, een stropop voorstellend, aangestoken. De muziek op de Oudenberg wordt aangezet en er wordt gevolksdanst. Het branden van de stropop op het hoogste punt van Geraardsbergen is tot ver in de omtrek te zien en in enkele omliggende dorpen wordt het vuur om acht uur beantwoord met een kleiner vuur, een walmkenbrand. Aan de omstanders worden fakkels uitgedeeld en dan gaat een stoet met de fakkels van de Oudenberg naar beneden naar de markt van Geraardsbergen waar de fakkels worden gedoofd en het feest met een foor (kermis) wordt voortgezet.

This image has an empty alt attribute; its file name is tonnekensbrand.jpg

Het meest opvallende aspect van de dubbelviering is uiteraard het nemen van een slok wijn met daarin een levend visje door de prominenten. Dat vindt ook GAIA, een organisatie die in België opkomt voor de rechten en het welzijn van dieren. GAIA staat voor Global Action in the Interest of Animals, maar de naam komt ook overeen met de naam van de oermoeder, godin van de natuur en de aarde, uit de Griekse mythologie. GAIA was van mening dat het doorslikken van levende visjes in strijd was met artikel 1 van de wet van 14 augustus 1986 met betrekking tot het dierenwelzijn. Deze wet stelde: ‘Niemand mag, uitgezonderd bij overmacht, handelingen plegen die niet door deze wet zijn voorzien en waardoor een
dier zonder noodzaak omkomt of zonder noodzaak een verminking, een letsel, of pijn ondergaat.

This image has an empty alt attribute; its file name is krakelingenfeest-druide-met-visjes.jpg

GAIA protesteerde in 1997 voor de eerste keer tegen het drinken van wijn met levende vissen door het voeren van acties en protesten op de Oudenberg. Het leverde hen een verbod op protest op van de burgemeester. Vervolgens schreef GAIA een protestbrief aan toenmalig minister van Landbouw Karel Pinxten. Net voor het Krakelingenfeest van 1998 deelde de minister mee dat het drinken van wijn met een levend visje, gelet op het symbolische en traditionele karakter van het gebruik, niet strijdig was met de wet op het dierenwelzijn. GAIA nam geen genoegen met het antwoord van de minister en startte in 1999 een juridische procedure tegen de organisatie van het Krakelingenfeest.

This image has an empty alt attribute; its file name is krakelingenfeest-visje-drinken.jpg

Volgens GAIA was het visjesdrinken geen essentieel element van de traditie en konden de visjes gemakkelijk vervangen worden door een marsepeinen variant. Ze wezen er op dat het publiek de visjes niet eens kan zien omdat er zoveel volk voor staat. GAIA procedeerde tot aan de Hoge Raad, maar werd overal in het ongelijk gesteld. Wel werd het drinken van wijn met een levend visje beperkt tot de deken van Geraardsbergen en de leden van de gemeenteraad, waarmee de navolging van het visjesdrinken in horecabedrijven ten einde kwam. Sinds 2002 heeft het Krakelingenfeest daarom in alle rust kunnen plaatsvinden, maar daar lijkt binnenkort een einde aan te komen. De Vlaamse minister van Dierenwelzijn Ben Weyts heeft een nieuwe codex Dierenwelzijn aangekondigd en inmiddels heeft de Vlaamse regering hierover een akkoord bereikt. Onderdeel van de nieuwe codex is het verbod op het doden van dieren voor folkloristische evenementen.

This image has an empty alt attribute; its file name is liebig-tradecard-krakelingen-en-tonnekenbrand.jpg

Zowel het Krakelingenfeest als de Tonnekensbrand zijn heel oude gebruiken. Omdat de feesten worden betaald door het gemeentebestuur, zijn de vermeldingen terug te vinden in oude stadsrekeningen. Al in de oudst bewaarde stadsrekening van 1393 staat hierin de post ‘kosten gemaakt op de grote vastelavond‘ vermeld. Uit de omschrijving van het feest blijkt dat het hier ging om het op de Oudenberg in brand steken van een ton op de eerste zondag van de vasten.

Dit artikel is nog niet volledig.


Voor het schrijven van dit artikel heb ik gebruik gemaakt van de volgende bronnen:

  • Belgisch museum voor de Nederduitsche tael- en letterkunde en de geschiedenis des vaderlands, deel 1 – De Vastenavondfeest te Geraerdsberge – P. van Duyse, 1837;
  • Stadsbestuur Geraardsbergen – Krakelingen en Tonnekensbrand in Geraardsbergen, een eeuwenoud verhaal – Geert van Bockstaele, Annemarie vanden Herrewegen en Louis de Cock, 1994;
  • Universiteit Gent, Faculteit Letteren en Wijsbegeerte – Controversieel immaterieel erfgoed – Masterproef voor het behalen van de graad van Master in de Geschiedenis, Jana de Bie, 2014;
  • Bloggen.be – Geraardsbergen: Krakelingen & Tonnekensbrand – Met Pierre op stap, door dorp en stad, 2014;
  • Mens en Samenleving – Krakelingenfeest en Tonnekensbrand – Gringo, 2010;

©Bert van Zantwijk

Overname van (delen van) dit artikel is uitsluitend toegestaan onder vermelding van de naam van de auteur en/of een link naar dit artikel.