Er is waarschijnlijk geen lied te vinden dat in de loop der eeuwen meer regionale tekstvarianten heeft gekend dat Witte Zwanen, Zwarte Zwanen. Dit duidt op een hoge ouderdom van het lied en geeft tevens aan dat men de tekst lang geleden al niet meer begreep. De huidige tekst gaat meestal als volgt:

 

Witte zwanen, zwarte zwanen

Wie gaat er mee naar Engeland varen?

Engeland is gesloten, de sleutel is gebroken

Is er dan geen smid in ´t land die de sleutel maken kan?

Ga door maar, ga door maar en de laatste zullen we vangen!

 

De voorlaatste regel wordt soms gezongen als:

Is er dan geen timmerman die de sleutel maken kan?

Het is niet meer te achterhalen welke regel het oudste is. Het is mogelijk dat de timmerman is vervangen door een smid omdat houten sleutels niet meer werden gebruikt. Het is echter ook mogelijk dat de smid is vervangen door een timmerman om de regel rijmend te maken. Beide verklaringen zijn verdedigbaar.

 

De laatste regel wordt ook wel gezongen als:

Laat doorgaan, laat doorgaan, wie achter is moet voor gaan!

Hier lijkt de bij het liedje behorende spelvorm bepalend te zijn voor de keuze van de tekst. Beide spelvormen beginnen met twee kinderen die tegenover elkaar staan en met hun armen een boog vormen. De overige kinderen lopen achter elkaar en moeten tijdens het lied gebukt onder de gevormde boog door lopen.

Bij de slotregel ´Ga door maar, ga door maar en de laatste zullen we vangen´ wordt het laatste woord opgerekt totdat opeens de armen naar beneden gaan om een kind te vangen. De twee kinderen die een boog hebben gevormd hebben voorafgaand aan de spelronde afgesproken wie wit is en wie zwart. Het gevangen kind moet nu een keuze maken tussen wit en zwart en zich vervolgens opstellen achter het kind van die kleur. Daarna spreken de ´boogkinderen´ opnieuw af wie wit is en wie zwart en begint het spel opnieuw met de overgebleven kinderen. Het spel is afgelopen als alle kinderen gevangen zijn en een kleur hebben gekozen. Er zijn nu twee groepen ontstaan die in een volgend spel tegen elkaar zullen spelen. Deze spelvorm heeft dus dezelfde functie als bij het ´poten´ en is gericht op het op een eerlijke manier vormen van twee groepen.

Bij de slotregel ´Laat doorgaan, laat doorgaan, wie achter is moet voor gaan´ (soms gezongen als: Lang dore, lang dore, wie achter is moet vore) moeten de twee kinderen die als laatste onder de boog door lopen zich opstellen voor de twee kinderen die een boog hebben gevormd en eveneens een boog vormen. De overige kinderen moeten daarna onder twee bogen door, waarna opnieuw de achterste twee kinderen een nieuwe boog vormen. Het spel is afgelopen als alle kinderen in tweetallen tegenover elkaar staan en wordt doorgaans gevolgd door een ander spel waarbij deze opstelling nodig is, zoals ´Zagen, zagen, wiede wiedewagen´.

Soms wordt er gekozen voor een mengvorm van beide spelvormen. Hierbij speelt men het tweede spel met de slotregel ´Laat doorgaan, laat doorgaan, wie achter is moet voor gaan´, waarbij steeds de achterste twee kinderen een nieuwe boog vormen. Zodra er nog slechts twee kinderen over zijn (of één kind bij een oneven aantal), wordt de laatste regel gewijzigd in ´Laat doorgaan, laat doorgaan en de laatste(n) zullen we vangen´.

 

witte zwanen zwarte zwanen spel

 

Op internet zijn twee gangbare verklaringen te vinden voor de tekst van het liedje. Volgens de eerste verklaring beschrijft het lied De Slag bij de Medway. In de 17e en 18e eeuw werden er vier korte zeeoorlogen gevoerd tussen de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden en Engeland. De oorlogen gingen om de controle van de zee- en handelsroutes, die door het verlies van Spanje in de Tachtigjarige Oorlog waren vrijgekomen.

De Slag bij de Medway was een succesvolle Nederlandse aanval in 1667 op de Engelse oorlogsvloot tijdens de Tweede Engels-Nederlandse Oorlog. De Engelse vloot was door acuut geldgebrek teruggebracht tot een kleiner aantal schepen en veel grote oorlogsschepen lagen in de Engelse marinebasis Chatham. Het moraal was bij de Engelsen bovendien niet groot als gevolg van de grote vijfdaagse stadsbrand (zie: Brand in Mokum) waarbij Londen grotendeels was verwoest. Voor de Nederlandse vloot was dit het juiste moment voor een strafexpeditie tegen de Engelsen voor een eerdere aanval op de Vlie (het zeegat tussen Vlieland en Terschelling) waarbij honderdvijftig Nederlandse koopvaarders in brand waren gestoken.  De uit zestig schepen bestaande Nederlandse vloot, onder bevel van Michiel de Ruyter, probeerde tevergeefs een Engelse handelsvloot van twintig schepen te overmeesteren die op de Theems voor anker lag, maar sloeg vervolgens linksaf naar Sheerness. Het nog niet voltooide Fort Sheerness werd ingenomen en verwoest. Rivier de Medway was door de Engelsen geblokkeerd door een zware ijzeren ketting en diverse afgezonken schepen. Volgens het verhaal werd de ketting door kapitein Jan van Brakel kapot gevaren, maar in het verslag van toezichthoudend ambtenaar Otto de Vooght staat vermeld dat manschappen van boord werden gezet, die de Engelse soldaten verdreven en de ketting konden losmaken. Ook ander bronnen melden het losslaan van de ketting met een hamer. De afgezonken schepen werden vervolgens opgeblazen, waardoor de rivier weer bevaarbaar werd. Daarna zeilde de vloot via de Medway naar marinebasis Chatham, waar de daar liggende schepen werden vernietigd. De Royal Charles, het vlaggenschip van de Engelse vloot werd buitgemaakt en meegesleept naar Nederland.

In deze verklaring  vormen de witte zwanen en zwarte zwanen samen de Nederlandse vloot, die bestond uit oorlogsschepen en branders (kleine met springstof geladen schepen, die gebruikt werden om vijandelijke schepen te rammen en op te blazen). Engeland is gesloten verwijst naar de ketting waarmee rivier de Medway was geblokkeerd. Met de timmerman die de sleutel kon maken wordt gedoeld op de soldaten die de ketting met een hamer hebben losgeslagen. Hierdoor kon verder worden gevaren (Ga door maar, ga door maar) en tot slot werd vlaggenschip de Royal Charles als buit meegenomen naar Nederland (en de laatste zullen we vangen). De alternatieve slotregels ´Laat doorgaan, laat doorgaan, wie achter is moet voor gaan´ wordt verklaard door het feit dat na het losslaan van de ketting nog moest worden afgerekend met de afgezonken schepen die het bevaren van de Medway onmogelijk maakten. Hiertoe werden de branders, die tijdens de overtocht naar Engeland onder bescherming van de oorlogsschepen achteraan hadden gevaren, naar voren gestuurd om de afgezonken schepen op te blazen.

 

Picture 010

 

Volgens de tweede verklaring wordt met Engeland niet gedoeld wordt op het land Engeland maar op Engelland, de hemel. Om deze andere wereld te bereiken moet er onvermijdelijk een water doorkruist worden die voor normale stervelingen onbevaarbaar is. Zwanen staan daarom in het lied symbool voor de zielenbegeleiders. Wit en zwart zijn de kleuren van de  geestenwereld. Witte zwanen begeleiden de zielen die geboren worden naar de aarde, zwarte zwanen de zielen die gestorven zijn naar het dodenrijk. Niet iedere overledene krijgt echter toegang tot de hemel. De poorten blijven gesloten voor wie niet zonder zonden is.  Jezus, de zoon van een timmerman, heeft echter de schuld van alle mensen op zich genomen en de veroordeling over alle zonden ondergaan door zijn volbrachte werk aan het kruis. Jezus heeft hiermee de sleutels van het dodenrijk opgeëist, want de sleutels om de poorten van de hemel te openen zijn vergeving en vrijspraak. De kerk mag daarom iedereen die in Jezus gelooft vrijspreken van zonde, waardoor de hemel voor hen wordt geopend.  Het lied ´Witte zwanen, zwarte zwanen´ is volgens deze verklaring dus een oproep om te geloven in Jezus Christus.

 

zwaan hemel

 

Beide verklaringen klinken aannemelijk, maar zijn gebaseerd op de tekst zoals wij die nu kennen. Maar die is dan ook al heel oud. Al in 1853 wordt in De Navorscher, een tijdschrift waarin mensen vragen konden stellen die in een volgend nummer door andere lezers beantwoord kunnen worden, de vraag gesteld:

-Speelrijmen.⇒ ”Groene granen, witte zwanen”. De schooljeugd te Ede zingt, bij het spelen van een eigenaardig krijgertje, op eentoonige wijs:

Groene granen, 

Witte zwanen,

Wie wil er meê naar Engeland varen?

Engeland is gesloten,

De sleutel is gebroken,

Daar is geen eene smid in ´t land,

Die den sleutel maken kan;

Ga daar dan. (bis.)

Is dit een beteekenlooze dreun of zou het rijm aan den een of anderen toestand des vaderlands in betrekking tot Engeland zijn oorsprong verschuldigd zijn?

De Navorscher

De Navorscher van 1854 is helaas niet beschikbaar, maar in De Navorscher van 1855 staat het volgende bericht:

Speelrijmen. Eene ampliatie op het rijmpje, zoo als men het vroeger in het graafschap Zutphen zong, voor zoo ver het in mijne herinnering leeft:

Kroene krane,

Witte zwane,

Wie wil meê naar Engeland varen?

Engeland is gesloten,

De sleutel is gebroken.

In Engeland,

Daar stuift het zand,

Daar gaan de klokjes bingel-de-bang,

Bingel-de-bange de boeze

Achter onzen hoese (huis)

Stond een grooten nooteboom,

Die wist niet wat hij eten wou.

Karnemelk met garstenbrood?

Slaat den luijen wever dood!

Laat hem nog wat leven,

Hij zal wel beter weven.

 

De tekst uit 1853 wijkt slechts op enkele punten af van de huidige tekst. Bij de tekst uit 1855 wordt echter opgemerkt dat de tekst zo vroeger werd gezongen. Die tekst lijkt dus ouder te zijn dan de tekst uit 1853. Liedverzamelaar J. van Vloten vermeldt in 1894 in zijn boek Nederlandse Baker- en Kinderrijmen twee versies van het lied. De eerste versie lijkt erg op bovenstaand versje uit Zutphen en gaat als volgt:

Kroene kranen,

Witte zwanen;

Wie wil er meê naar Engeland varen?

Engeland is gesloten,

De sleutels zijn gebroken;

In Engeland,

Daar stuift het zand;

Daar gaan de klokjens bingeldebang

Bingeldebangdeboeze;

Achter onze hoeze

Daar staat een groote noteboom.

 

Hierbij moet worden opgemerkt dat Van Vloten het laatste deel van het lied uit Zutphen, maar dan beginnend met ´Ik wist niet wat ik eten wou´, elders in zijn boek als een apart versje vermeld. Mogelijk heeft de reageerder in De Navorscher dus onbewust twee versjes samengevoegd.

De tweede versie van het lied in het boek van Van Vloten is totaal anders en luidt:

Zwanen, witte zwanen,

Wie wil er meê naar Engeland varen?

Engeland is gesloten,

De sleutel is gebroken.

Vette kapoen, wat doe je hier?

Ik bak mijn brood en brouw mijn bier.

Zeven paarden voor een wagen,

Had ik een stok, ik zou ze jagen,

Had ik een zweep ik zou ze slaan.

Dat ze den hoogen berg opgaan.

Hooge bergen, diepe kuilen,

Niemand kan de dood ontschuilen,

Als hij komt dan komt hij snel,

Wacht je voor de zonde wel.

Twintig jaar eerder, in 1874, vermeldde Van Vloten nog alleen de eerste versie. Hij meldt daarbij in een note dat deze tekst in heel Nederduitsland (bestaande uit het noorden van Duitsland en het noorden en oosten van Nederland) zo wordt gezongen. Hij meldt tevens dat elders en in Zwitserland een enigszins gewijzigde tekst wordt gezongen, terwijl in Zwitserland soms ook Ierland en in Oostenrijks Silezië Hongarije de landen zijn die gesloten blijken te zijn.

De oudst bekende schriftelijke versie van het lied vinden we in 1808 in Duitsland. Daarmee is niet gezegd dat het lied ook uit Duitsland afkomstig is. Bij de tekst in De Navorscher uit 1855 staat immers dat het lied zoals daar vermeld staat vroeger zo gezongen werd. Als we veronderstellen dat de schrijver al op leeftijd is, dateert die tekst dus minimaal uit dezelfde periode. Daarnaast geldt dat volksliedjes soms al eeuwen mondeling werden overgedragen voordat zij op schrift werden gezet.

 

des knaben wunderhorn2

 

De tekst uit 1808 staat in het liedboek Des Knaben Wunderhorn van Clemens Brentano en Achim von Arnim. De verzameling bevat volksversjes die afkomstig zijn van de middeleeuwen tot aan het eind van de 18e eeuw en wordt beschouwd als een van de belangrijkste liedverzamelingen in de Duitse taal.

Ahne Krahne wickele wahne

wollen wir nit nach Engelland fahre?

Engelland ist verschlossen

Schlösser sind verrostet

Schlüssel sind verloren

Müssen wir ein Loch ´nein bohren

Sind wir ´nein gekrochen

haben die Töpf verbrochen

wenn der Kessel tief ist

wenn die Milch süß ist

wenn die Puppen tanzen

wollen wir Lanzen pflanzen.

Het eerste wat in deze tekst opvalt is het feit dat Engelland met dubbel-L wordt geschreven. Ook in Duitsland wordt gemeld dat dit verwijst naar het land der engelen. Zo eenvoudig is het echter niet. Het is mogelijk dat de oorsprong van het lied in Nederland ligt en bij mondelinge overdracht wordt het Nederlandse woord Engeland dan al snel in Duitsland verhaspeld tot Engelland. Daarnaast bestonden er vroeger geen vaste spellingsregels en het was tot het begin van de 19e eeuw in Duitsland niet ongebruikelijk om naast England ook Engelland te schrijven als werd gedoeld op het land Engeland. Daar staat tegenover dat dichters wel vaak de term Engelland gebruikten als zij de hemel wilden beschrijven.

Latere Duitstalige versies (eind 19e eeuw) van het lied zijn onder meer

In Kassel:

Krone Krane Wickle Schwane

Wer will mit nach England fahren?

England ist geschlossen

Der Schlüssel ist gebrochen

Morgen woll´n wir neuen machen

bis das Körnchen reif ist

bis die Mühle steif ist

Heissa Püppchen tanzen

 

In Keulen:

Rusekranz Wackelschwanz

Wer well met no England fahre?

England es geschlosse

Der Schlössel es zerbroche

Wann krigge mer ne neue Schlössel?

Wann das Könche rif es

Wann de Müll stif es

Wann de Bäcker backen kann

Wann de Brauer brauen kann

Lieschen hinger de Planten

Leet de pöppcher danze

De tekst in de oudste geschreven bronnen in zowel Nederland als Duitsland heeft in elk geval niets meer te maken met de Slag bij de Medway. Het zou ook niet logisch zijn als een Nederlandse aanval op Engeland bezongen zou worden in Duitsland en, volgens mededeling van Van Vloten, ook in Oostenrijk en Zwitserland. Die verklaring, die nog steeds op veel scholen bij de geschiedenisles wordt verteld, kunnen we inmiddels naar het rijk der fabelen verwijzen. Als de tekst van het lied al zou verwijzen naar een historische gebeurtenis, moet dat een gebeurtenis van internationaal belang zijn geweest.

 

napoleon boulogne

 

De poging van Napoleon tot een invasie van Engeland in 1805 zou dan een passender verklaring zijn dan de Slag bij de Medway. Napoleon verzamelde toen 150.000 soldaten bij Boulogne en trachtte tevergeefs controle te krijgen over de zee, door de Britten in de Caraïben aan te vallen en daarmee hun aandacht van het Kanaal af te leiden. Toen dit niet lukte blies Napoleon de invasieplannen af en concentreerde zich verder op het vasteland. Het Franse leger trok vervolgens naar Oostenrijk, dat samen met Groot Brittannië, Rusland en Zweden een coalitie had gevormd tegen Frankrijk.

Die gebeurtenis speelt zich af in de juiste periode en ook hier blijkt Engeland gesloten te zijn. Het verklaart bovendien waarom het lied ook in de Duitstalige gebieden werd gezongen, want het was tijdens het bewind van Napoleon in al deze landen in trek om spotliedjes over de Fransen te zingen. Oostenrijk is bovendien betrokken bij deze strijd. Daarnaast lijkt ´wenn die Puppen tanzen´ erg op de regel ´laat de poppetjes dansen´, die wij kennen van Hop Marjanneke, eveneens een spotlied op de Fransen. Dat is echter te mager om het lied te kunnen verklaren. Er zijn in de oudste teksten te veel zinnen die niet aan deze gebeurtenis gelinkt kunnen worden en het is opvallend dat juist in Oostenrijk de naam van Engeland is gewijzigd in Hongarije.

Kunnen deze teksten dan wel aan het land der engelen worden gelinkt? Het oudste Duitstalige vers begint met de regel Ahne, Krahne, wickele, wahne. Ahne betekent voorvader. De betekenis van het woord Krahne, in sommige bronnen zonder hoofdletter geschreven, is onzeker. Mogelijk is er een verband met het Nederlandse woord kraan, dat is afgeleid van het Franse woord crâne (schedel) en vroeger de betekenis ´flinke vent´ had. Ook de betekenis van het woord wickele is onzeker. Wikkelen had vroeger in Nederland de betekenis ´heen en weer bewegen´, waggelen, en was afgeleid van het Engelse ´to wiggle´. Wahne betekent begeren, verlangen. Ahne, Krahne, wickele, wahne heeft dus mogelijk de betekenis Voorvader, flinke vent, kom in beweging, verlang (naar de hemel), maar heeft in elk geval te maken met een voorvader en met begeren/verlangen.

 

halloween

 

Het lijkt er sterk op dat ´Ahne Krahne wickele wahne´ via ´Krone Krane Wickle Schwane´ en ´Kroene kranen, witte zwanen´ is verhaspeld tot ´Witte zwanen, zwarte zwanen´. Toch kan niet worden uitgesloten dat bewust voor zwanen is gekozen omdat zij daadwerkelijk werden beschouwd als zielenbegeleiders. Denk daarbij aan het woord zwanenzang, dat de betekenis laatste daad/laatste stuiptrekking heeft. Het ´Etimologiewoordeboek van Afrikaans´ schrijft hierover:

Daar bestaan ´n eeue-oue bygeloof dat swane net voor hulle dood besonder mooi sing. Volgens die Griekse volksgeloof kondig die swaan wat aan Apollo en Venus gewy is, sy naderende dood met ´n lied aan. Plato en Aristoteles verwys al daarna, en Shakespeare noem dit ook. Daar is ook ´n ander bygeloof dat die siele van dooies in swane beliggaam word, mntl. omdat ook geglo is dat swane die gestorwenes na hulle laaste rusplek vergesel. 

Het volksgeloof dat zwanen hun naderende dood aankondigen met een lied kan waarschijnlijk worden toegeschreven aan het fluitend-gierende geluid dat een zwaan in de vlucht met zijn vleugels maakt. Het woord zwaan is afgeleid van het Latijnse woord sonare dat ´geluid maken´ betekent.

De keuze voor zwanen als de zielenbegeleiders is niet heel vreemd. De Zwaan is namelijk ook een sterrenbeeld in de vorm van een kruis. Door haar positie in de Melkweg kunnen in dit sterrenbeeld veel nevels worden waargenomen. Hierdoor geloofde men vroeger dat dit de positie was waar de hemel zich bevond.

zwaan sterrenbeeld

Onze voorouders geloofden in een leven na de dood. Zij meenden dat de sluier tussen hemel en aarde in het najaar het dunst was en dat dit door de najaarsstormen zichtbaar was. Men geloofde dat de zielen van de overledenen zich in het vagevuur bevonden om te worden gelouterd en dat dit het tijdstip was waarop de zielen zouden gaan dolen, op zoek naar de weg naar het hiernamaals. Op 1 november (Allerheiligen) riep men daarom de heiligen op om zich over de zielen van de overledenen te ontfermen. Op 2 november (Allerzielen) plaatsten nabestaanden bloemen op het graf van hun overledenen en werd in de kerk gebeden voor het zielenheil van individuele overledenen. Door zo´n voorbidding hoopten nabestaanden iemands verblijf in het vagevuur te kunnen bekorten. Men geloofde dat een heilige dan vanuit de hemel naar beneden zou afdalen om de zielen te heiligen en voor te bereiden op hun reis naar het hiernamaals. Heiligen wier naamdag in november of december valt kregen een rol toebedeeld in het heiligen van de zielen. De twee belangrijkste heiligen in deze periode zijn Sint Maarten en Sint Nicolaas. Afhankelijk van de regio vierde men vroeger één van beide feesten.

In het lied wordt de komende heiliging van de overledenen aangekondigd. De hemel is nu nog niet toegankelijk (Engeland is gesloten), maar de najaarsstormen kondigen wel al de komst van de heiligen aan (in Engeland daar stuift het zand). Dit blijkt ook uit een ander versje dat in Oldenburg in Duitsland werd gezongen:

Achter ´n Karkhof stoof dat Sand

Do kem de Herr fan Engelland

Do kem de Jumfer mit de Tuten

Wull de ganze Welt befluten

Ein, tein, twintig, dartig, feertig, foftig, sestig, säbentig, achtig, nägentig, hundert.

Hier stuift het zand dus achter het kerkhof. Dan komt de Heer vanuit de hemel naar beneden. Ook hier is daarbij sprake van Engelland met dubbel-L. Vervolgens komt er ook nog een juffrouw met een blaasinstrument. Het is niet duidelijk wie die juffrouw is, maar ik vermoed dat hierbij wordt gedoeld op Christkindl (zie ook het artikel over Zwarte Piet). Zij was vanaf de zeventiende eeuw in Duitsland de vervanger van Sint Maarten en Sint Nicolaas als de brenger van geschenken, omdat het vereren van heiligen onder de calvinisten niet was toegestaan. De reden voor de komst van de juffrouw is in elk geval wel duidelijk. Wie overleden is slaapt een gelukzalige tijdelijke slaap in de wetenschap dat op de dag der wederopstanding een ieder gewekt zal worden door trompet- en hoorngeschal.

In ´Witte zwanen, zwarte zwanen´ volgt na de mededeling dat Enge(l)land gesloten is, de vraag wanneer de hemel geopend zal worden voor de zielen. In de Duitse teksten is het antwoord een opsomming van dingen die eerst afgerond moeten zijn: het koren moet rijp zijn, de molens moeten klaar zijn met malen (als de molen stijf is betekent dat de wieken niet meer draaien) en de bakker en de brouwer moeten klaar zijn met het verwerken van het graan. Dan gaat de hemel open en zijn de poppen aan het dansen. De laatste zin verwijst naar het gezegde en moet worden gelezen als ´dan barst het los´. In de oudste Duitse versie staat: Als de poppen dansen zullen we lansen planten. Dit verwijst naar de lans die door een Romeinse soldaat in de flank van de aan het kruis genagelde Jezus werd geplant, om te controleren of hij dood was.

 

Longinus

 

In de Nederlandse versie is de hemel toegankelijk als de doodsklokken (in Engeland gaan de klokjens bingeldebang) gaan luiden. Daarna volgt nog de mededeling dat er een notenboom achter het huis staat. Notenbomen worden al eeuwenlang geplant op begraafplaatsen. Vroeger werd op Allerzielen het haardvuur de hele nacht brandend gehouden en stond er een mand met noten klaar voor als de overledenen op bezoek zouden komen.

Daarmee hebben we alle versies van het lied verklaard, op één na. Liedverzamelaar J. van Vloten vermeldde in 1894 twee verschillende versies van het lied. De eerste versie komt overeen met de gegeven verklaring. De tweede versie gaat over een vroegtijdige dood.  Na het gebroken zijn van de sleutel volgt de vraag: ´Vette kapoen, wat doe je hier? Ik bak mijn brood en brouw mijn bier!´ Kapoen was een van de bijnamen van Sint Nicolaas die, zoals eerder vermeld, een van de heiligen was die naar de aarde kwam om de zielen te heiligen zodat zij toegang zouden verkrijgen tot de hemel. Die bijnaam heeft niets te maken met een gecastreerde haan, zoals in veel boeken vermeld staat. Een kapoen is de benaming voor een lieveheersbeestje. Het lieveheersbeestje is bekend onder vele namen, die in de meeste gevallen verwijzen naar de relatie van het kevertje met God. Men geloofde dat de voorvaderen samen met de heiligen in de gedaante van een lieveheersbeestje naar de aarde kwamen om de overledenen de weg te wijzen naar de hemel (zie ook Pierepauwen op Vlieland). Dit kan worden verklaard door het feit dat lieveheersbeestjes eind november/begin december zeer actief worden omdat zij dan op zoek gaan naar een plek om te overwinteren.

 

kapoentjes.jpg

 

In de tekst ´Vette kapoen, wat doe je hier? Ik bak mijn brood en brouw mijn bier!´ wordt door de ik-figuur aan de heilige gevraagd waarom hij al zo snel wordt opgehaald, want hij is er nog niet klaar voor. Uit de daaropvolgende vier zinnen blijkt dat hij er het liefst vandoor zou gaan. Niemand kan echter aan de dood ontsnappen, ook niet als die dood te vroeg komt. Het vers sluit daarom af met het advies om altijd klaar te zijn voor de dood, door te zorgen dat je tijdig je zonden hebt beleden.

 

 

©Bert van Zantwijk

Overname van (delen van) dit artikel is uitsluitend toegestaan onder vermelding van de naam van de auteur en/of een link naar dit artikel.