Er zat een klein zigeunermeisje huilend op een steen

Huilend, huilend, helemaal alleen

Sta op meisje lief en droog je traantjes af

Kies een kindje uit de kring dat met je dansen mag

Tralalalalalalalala tralalalala

Tralalala tralalalala

Trala lalala tralalalalala

Tralalala tralalala tralalalala.

 

Een kind zit op de hurken met de handen voor de ogen. De overige kinderen lopen er zingend hand-in-hand in een kring omheen. Tijdens de derde regel staat het kind op en maakt met de handen een beweging over het gezicht, alsof het de tranen van de wangen veegt. Tijdens de vierde regel tikt het kind een ander kind aan. Deze mag eveneens binnen de kring komen. Daarna volgt op de melodie van de eerste vier regels nogmaals het lied, maar nu slechts met de woorden tralala. De twee kinderen in de kring pakken elkaars armen beet en dansen huppelend binnen de kring. De overige kinderen staan nu stil en klappen tijdens het zingen in de handen. Daarna neemt het eerste ´zigeunermeisje´ plaats in de kring en mag het gekozen kind voor zigeunermeisje spelen. Bij een grote groep blijven beide kinderen echter binnen de kring en kiezen beiden een kind om mee te dansen.

 

klein zigeunermeisje spel

 

Mijn eerste vermoeden was dat dit spel vroeger in het voorjaar door huwbare jongvolwassenen werd gespeeld. Het was voor het voortbestaan van een dorps- en kerkgemeenschap van belang dat jongelui binnen de eigen gemeenschap trouwden en voor nageslacht zorgden, want er waren in die tijd nog geen sociale voorzieningen als ANW en AOW. Binnen een agrarische gemeenschap waren er echter niet veel mogelijkheden om een partner te ontmoeten. Er werd hard gewerkt, er waren weinig voorzieningen en de afstand tussen de boerderijen was groot. Het voorjaar was het uitgelezen moment voor de gemeenschap om hier sturing aan te geven. De tijd van schaarste was voorbij, het werk op het land bood voldoende ruimte om tijd vrij te maken voor andere activiteiten en het weer was geschikt voor buitenactiviteiten.

Er waren daarom veel activiteiten die gericht waren op ontmoetingen tussen jongens en meisjes. Het spel dat bij dit liedje wordt gespeeld past daar naadloos tussen. Het biedt een meisje de mogelijkheid om bij de keuze van een danspartner aan te geven wie zij leuk vindt. Kiest de jongen in de volgende ronde hetzelfde meisje, dan zijn zij een stelletje. Het spel is in dat opzicht te vergelijken met het dansen rond de meiboom. De bekende Utrechtse volkskundige Kaatje van de Graft (1874-1969) heeft beweert dat minstens een derde van alle meisjes vroeger haar maagdelijkheid verloor in de nacht na een dergelijk spel.

 

meiboom

 

Op een steen zitten betekende vroeger dat je veroordeeld was (zie ook: Klein Anna zat op eene steen). Voor een gerechtshof of centraal in een stad lag een gerechtssteen. De stenen werden gebruikt voor het toespreken van de bevolking, het uitspreken van plechtige geloften en voor het tentoonstellen van veroordeelden. Dit laatste gebeurde ´ter leeringhe ende vermaeck´, maar bood ook de mogelijkheid om een schuld te laten afkopen. Een veroordeelde voor een klein delict als diefstal of kwaadsprekerij, die niet in staat was om de vastgestelde boete te betalen, werd driemaal rond de steen geleid. Wanneer niemand zich meldde om de schuld te betalen, werd de boete omgezet in een gevangenisstraf. Een overledene die nog schulden had werd zelfs met kist en al vastgezet op de steen, totdat iemand zich bereid verklaarde om de schuld over te nemen.

Het lied is dan nogal rolbevestigend, maar dat was vroeger gangbaar. Een zigeunermeisje is veroordeeld voor een delict en wordt tentoongesteld op een gerechtssteen. Terwijl het zigeunermeisje huilt, danst het volk om haar heen en lacht en jouwt haar uit. Dan stapt er echter iemand naar voren die bereid is om de aan het zigeunermeisje opgelegde boete te betalen. Het meisje wordt vrijgelaten en danst van vreugde, samen met haar redder.

 

gerechtssteen

 

In de negentiende en begin twintigste eeuw zijn veel liedjes verzameld die tot dan toe mondeling waren overgeleverd. De bekendste verzamelaars zijn J. van Vloten, G.J. Boekenoogen en N. van Hichtum. Van Vloten publiceerde aan het eind van de negentiende eeuw enkele boeken met liedteksten. Boekenoogen verzamelde in de periode 1891-1930 ruim 9000 liedjes. Zijn verzameling is in het bezit van Het Meertensinstituut. Nynke van Hichtum, een pseudoniem van schrijfster Sjoukje Bokma-de Boer, verzamelde 2600 kinderliedjes tussen 1904 en 1938. Van Vloten noch Boekenoogen noch van Hichtum vermeldt ´Klein zigeunermeisje´ en er zijn in hun verzamelingen ook geen liedteksten te vinden waarvan het lied afgeleid zou kunnen zijn. Dit wekt de stellige indruk dat het lied pas na 1938 is ontstaan. In de jaren ´60, toen ik opgroeide, bestond het lied wel. Het lied lijkt dus te zijn ontstaan in de periode tussen 1938 en 1960. De uitdrukking ´op een steen zitten´ was toen echter al heel lang niet meer in gebruik.

Een voor de hand liggende gedachte is dan dat het lied mogelijk kort na de Tweede Wereldoorlog is ontstaan en te maken heeft met de zigeunervervolging door de nazi´s. De vervolging van de Roma was vrijwel identiek aan de vervolging van de Joden. Zij werden eveneens in getto´s geplaatst, waarna ze al snel naar concentratiekampen of vernietigingskampen werden vervoerd. Diverse Joden, die de kampen hebben overleefd, hebben na de oorlog verklaard dat zigeuners nog slechter werden behandeld dan zij. Als herkenningsteken kregen de Roma een ´Z´ op hun linkerarm getatoeëerd. In plaats van een ster droegen zij een zwarte driehoek op hun kleding, het herkenningsteken voor asocialen. De beruchte kamparts Josef Mengele gebruikte Roma-kinderen voor zijn medische experimenten. Volgens Simon Wiesenthal kwamen tijdens de Tweede Wereldoorlog in het hele door Duitsland bezette gebied zo´n 80% van alle zigeuners om het leven. Het lied zou dan gaan over een zigeunermeisje dat als enige van haar familie de oorlog heeft overleefd. De steen waarop zij zit te huilen verwijst in dat geval naar een grafsteen. Daarna volgt de belofte dat er voor haar gezorgd zal gaan worden.

 

Porajmos

 

Na de Tweede Wereldoorlog heeft het echter heel lang geduurd voordat men de zigeunervervolging erkende als gelijkwaardig aan het lot van de Joden. Dit heeft deels te maken met het feit dat de Roma weinig contact hebben met de Nederlandse bevolking. Zij vertellen hun verhalen onderling door, zonder dat deze worden opgeschreven. Doordat ook de nazi´s geen registratie bijhielden van de moord op de zigeuners en de Roma destijds nog geen vaste woonplaats hadden, heeft het tot het eind van de jaren ´70 geduurd voordat de tragedie van de zigeuners werd erkend. Omdat we eerder al hebben vastgesteld dat het lied ontstaan moet zijn tussen 1938 en 1960 is een link met de zigeunervervolging niet aannemelijk.

Het feit dat het liedje nog niet zo heel oud is doet eerder vermoeden dat de tekst van het liedje geen diepere betekenis heeft. Het lied is dan niet ontstaan als een volksversje dat zich later heeft ontwikkeld tot een kinderspel, maar is geschreven als kinderliedje met spelvorm. De keuze voor een zigeunermeisje als het huilende kind zou dan kunnen worden toegeschreven aan de schilderijen met huilende zigeunerkinderen, die nu als kitsch worden beschouwd, maar in de jaren ´50 en ´60 in vrijwel elke huiskamer waren te vinden.

In de naoorlogse jaren vulde de Italiaanse schilder Bruno Amadio zijn inkomen aan door in de straten van Venetië schilderijen van huilende kinderen te maken voor toeristen.  Als model gebruikte hij plaatselijke kinderen, die neutraal moesten kijken. Achteraf voegde hij dan tranen toe. Omdat Amadio zich als professioneel schilder schaamde voor de schilderijen, signeerde hij ze in de rechter bovenhoek met het pseudoniem G. Bragolin. De schilderijen werden in de thuislanden van de toeristen echter een ongekend succes. Er werden, vooral in Nederland, België, Engeland en Scandinavië, miljoenen reproducties vervaardigd, waar Amadio doorgaans geen royalties over ontving. In Engeland werden de reproducties verkocht onder de naam ´Crying Boy´. In Nederland, waar ook de reproducties van schilderijen van schaars geklede zigeunervrouwen populair waren, werden ze ´huilend zigeunerjongetje´of ´huilend zigeunermeisje´ genoemd, hoewel geen van de kinderen waarschijnlijk zigeuner was. Die namen zijn overgenomen door Engeland, waar de schilderijen nu bekend staan als ´Crying Gipsy´.

 

huilend zigeunermeisje

 

De Roma en Sinti die in West-Europa wonen ervaren de term zigeuner als discriminerend. Tijdens het Internationaal Romani Congres van 1971 in Londen hebben zij bepaald dat zij voortaan Roma zouden heten, hoewel de Sinti er de voorkeur aan geven om zichzelf als aparte groep te blijven benoemen. Nadat het lot van de zigeuners tijdens de Tweede Wereldoorlog was doorgedrongen, werden er vanaf 1978 in diverse gemeenten zigeunermonumenten opgericht. Ook kreeg een grote groep Roma die gevlucht waren uit het voormalige Joegoslavië middels een generaal pardon een legale status in Nederland. Zij vestigden zich in plaatsen als Nieuwegein, Ede, Lelystad, Veendam en Capelle aan de IJssel.  Omdat de negatieve klank van de term zigeuner door deze groep als discriminerend wordt ervaren, is ook de tekst van het liedje aangepast. Op de meeste scholen wordt nu gezongen dat er een klein kaboutermeisje of een klein kaboutertje op een steen zit te huilen.

 

©Bert van Zantwijk

Overname van (delen van) dit artikel is uitsluitend toegestaan onder vermelding van de naam van de auteur en/of een link naar dit artikel.