De Wielewaal is een tweestemmige canon. Tekst en muziek zijn gemaakt door Andries Hartsuiker (1903 – 1993) in 1927. Hartsuiker was muziekpedagoog en componist. Hij gaf les op de muziekschool in Zwolle en later aan de Werkplaats Kindergemeenschap, beter bekend als de Kees Boekeschool, in Bilthoven. Hij was ook een overtuigd socialist. Zijn kinderliedjes verschenen in de liedbundels van de Arbeiders Jeugd Centrale, de Nederlandse Jeugd Gemeenschap en de Bond van Arbeiders-Zangvereenigingen. Tegenwoordig staan zijn liedjes nog in de liedboekjes van de Vrije School en van scoutingverenigingen.
Kom mee naar buiten allemaal
Dan zoeken wij de wielewaal
En horen wij die muzikant
Dan is zomer weer in ´t land.
Dudeldjo klinkt zijn lied, dudeldjo klinkt zijn lied,
Dudeldjo en anders niet.
Hij woont in ´t dichte eikenbos
Gekleed in gouden vederdos
Daar jodelt hij op zijn schalmei
Tovert onze harten blij!
Dudeldjo klinkt zijn lied, dudeldjo klinkt zijn lied,
Dudeldjo en anders niet.
Kom mee naar buiten allemaal
Dan zoeken wij de wielewaal
En horen wij die muzikant
Dan is zomer weer in ´t land.
Dudeldjo klinkt zijn lied, dudeldjo klinkt zijn lied,
Dudeldjo en anders niet.
De wielewaal is een trekvogel, die overwintert in Afrika en in het broedseizoen (mei-augustus) naar Europa komt. Vóór 1950 was de wielewaal een algemeen voorkomende bosvogel. Sindsdien neemt het aantal af. De wielewaal is in 2004 als kwetsbaar op de Nederlandse Rode lijst gezet en in België geldt de vogel als bedreigd.
De wielewaal leeft in loofbossen, zoals populieren- en eikenbos. Het is een schuwe vogel die bij voorkeur hoog in de boomtoppen verblijft. Het mannetje is goudgeel met zwarte vleugels en een zwarte staart. Dat blijkt verrassend genoeg een prima camouflage te zijn tegen omhoog kijkende mensen, in de groene boomtoppen met de lichte zomerlucht op de achtergrond. Het vrouwtje is groengeel en ook zij is in de bomen vrijwel onzichtbaar, ook vanuit de lucht.
Horen doe je de wielewaal wel, vooral aan het begin van de broedtijd. Zijn gezang klinkt als een helder gejodel, voortgebracht door een houtblaasinstrument. Zijn Latijnse naam oriolus, de Nederlandse naam wielewaal en het door Hartsuiker gebruikte dudeldjo zijn allemaal klanknabootsingen van de zang van het wielewaalmannetje.
Kom mee naar buiten allemaal, dan zoeken wij de wielewaal (hij is vrijwel niet te zien). En horen wij die muzikant, dan is zomer weer in ´t land (je ziet hem niet, maar hoort hem wel. Hij zingt vooral tijdens de broedperiode in juni/juli). Dudeldjo klink zijn lied, dudeldjo klinkt zijn lied, dudeldjo en anders niet (de zang van het wielewaalmannetje is zeer herkenbaar).
Hij woont in ´t dichte eikenbos, gekleed in gouden vederdos (de wielewaal verblijft het liefst in de top van hoge loofbomen zoals de eik. Het mannetje is goudgeel van kleur). Daar jodelt hij op zijn schalmei, tovert onze harten blij (de zang van het mannetje klinkt als een vrolijk jodelen, voortgebracht door een houten blaasinstrument zoals de schalmei).
In 1987 gebruikte André van Duin het lied twee keer. In de revue ´100 jaar Carré´ speelt hij samen met Hans Otjes de rol van scoutingleider. Zij komen op onder begeleiding van het lied. Vervolgens verdelen zij het publiek in bevers en konijnen en laten hen het lied als canon zingen. Later dat jaar neemt hij het lied ook onder de naam De Duinstappers op single op, waarbij hij een canon zingt met zichzelf. Hij noemt het lied Dudeljoo. De plaat komt binnen in de tipparade en staat vervolgens zes weken lang in de TOP-40 met een 18e plaats als hoogste notering. In de bijbehorende clip maakt van Duin gebruik van de chromakey-techniek, waarbij meerdere opnamen over elkaar worden gelegd, zodat beide door Van Duin gespeelde padvinders gelijktijdig in beeld verschijnen.
Drie jaar later neemt ook Wim de Bie het lied op voor zijn elpee ´Wim de Bie zingt a capella´. Hij refereert daarbij aan het teruglopende aantal broedende wielewalen in ons land. Na de eerste twee strofes zingt hij een door hem aangepaste tekst.
Kom mee naar buiten allemaal
Dan zoeken wij de wielewaal
En horen wij die muzikant
Dan is zomer weer in ´t land.
Dudeldjo klinkt zijn lied, dudeldjo klinkt zijn lied,
Dudeldjo en anders niet.
Hij woont in ´t dichte eikenbos
Gekleed in gouden vederdos
Daar jodelt hij op zijn schalmei
Tovert onze harten blij!
Dudeldjo klinkt zijn lied, dudeldjo klinkt zijn lied,
Dudeldjo en anders niet.
Kom mee naar binnen allemaal
We zochten naar de wielewaal
Wij vonden niet die muzikant
Uitgestorven in dit land.
Dudeldjo klonk zijn lied, dudeldjo klonk zijn lied,
Dudeldjo en anders niet.
Ga zitten doe je schoenen uit
Ik heb een plaat met vogelgeluid
En luister nog eens allemaal
Hoe ie klonk die wielewaal.
©Bert van Zantwijk
Overname van (delen van) dit artikel is uitsluitend toegestaan onder vermelding van de naam van de auteur en/of een link naar dit artikel.