De oudste vermelding van het lied vinden we in de collectie van het Bureau van het Nederlands Volkseigen uit 1850 en heeft betrekking op een spel. De tekst luidde:

 

Een twee drie vier, hoedjebal, hoedjebal,

Een twee drie vier, hoedjebal plezier.

 

Hoedjebal (ook wel hoedtiebal, hoedtien-in of pettiengooien) was een kinderspel met diverse regionale varianten. Er lagen evenveel hoeden of petten op een rij als het aantal meespelende kinderen. Een van de spelers probeerde vanaf de meet (beginlijn) een kaatsbal in een van de hoeden te gooien. Als dit lukte moest de eigenaar van de hoed het kind dat de bal had gegooid proberen te tikken. Bij een variant gooiden alle kinderen gelijktijdig een kaatsbal naar de hoeden of petten. Gooide kind 1 de bal in hoed 3, dan moest kind 3 de bal gaan pakken en proberen kind 1 af te gooien. De spanning zat dan in het feit dat er meerdere ballen in hoeden terecht konden komen, waardoor kind 3 bijvoorbeeld niet alleen kind 1 moest afgooien maar zelf ook afgegooid kon worden door een ander kind. Het spel was uit als er nog maar één kind over was.

 

petjeballen

 

De oudste vermelding van het lied, zoals wij dat nu kennen, is het liedboek Nederlandsche baker- en kinderrijmen van J. van Vloten uit 1871. Het liedje is waarschijnlijk ontstaan korte tijd na de Belgische Revolutie van 1830. Van Vloten meldt de twee strofen als aparte liedjes, maar vrij snel hierna zijn de strofen in de collectie Boekenoogen al samengevoegd tot één lied.

 

Een twee drie vier, hoedje van, hoedje van,
Een twee drie vier, hoedje van papier.
Heb je dan geen hoedje meer
Maak er een van bordpapier
Een twee drie vier, hoedje van papier.
Een twee drie vier, hoedje van, hoedje van,
Een twee drie vier, hoedje van papier.
Als het hoedje dan niet past,
Zet het in de glazenkast.
Een twee drie vier, hoedje van papier.

 

hoedje van papier

Koning Willem I had een autoritaire regeerstijl. Zuid-Nederlanders waren ondervertegenwoordigd in het bestuur en in de legerleiding, hoewel ze een groter deel van de bevolking en het leger uitmaakten. De taaldwang waarbij het Nederlands als voertaal verplicht werd gesteld, zorgde voor weerstand in het Zuiden, waar niet alleen de Walen Franssprekend waren, maar ook de adel en de Vlaamse gegoede burgerij. Bovendien waren het leger en de kerkelijke leiders eveneens Franstalig georiënteerd. Op 4 oktober 1830 riepen de Zuidelijke Nederlanden de onafhankelijkheid uit.

Diverse regionaal gerekruteerde en gestationeerde troepen liepen over naar de Belgen. In een aantal garnizoenen werden de noordelijke officieren gevangengenomen door hun eigen soldaten. Er moest daarom snel een nieuw leger worden gevormd. De inhoud van de magazijnen in de zuidelijke Nederlanden waren echter verloren gegaan. Er moesten daarom heel snel nieuwe sjako’s, militaire klephoeden,  worden gemaakt. De hoedenfabrikant van de koning, J. Leenaarts te Utrecht, kreeg op 27 december 1830 van generaal der infanterie baron Ralph Tindal de opdracht een sjako te ontwerpen. Deze moest bestand zijn tegen sabelhouwen en regen, maar er moest vooral in korte tijd een groot aantal van geleverd kunnen worden. De volgende morgen ontving de generaal reeds een model, op 2 januari werden dertig proefmodellen afgeleverd, en op 5 januari werd de order geplaatst.

sjako1831

De buitenzijde van de sjako was van leer en bestond inclusief de klep en de stormband uit zeven aan elkaar genaaide delen. De binnenkant was echter van karton, bekleed met linnen. Aan de sjako was een leren kinband met een gesp en een zogeheten schuiver bevestigd. De binnenkant van het deksel van de sjako was verstevigd met twee kruislings geplaatste stokjes. Er werden duizenden exemplaren van dit type sjako gemaakt, die bestemd waren voor nieuw opgekomen dienstplichtige militairen en voor plattelandsschutters. De met karton gemaakte sjako’s zijn maar korte tijd gebruikt. Daarna zijn de sjako’s nog slechts in de vitrinekasten van de militaire musea te zien geweest en wordt de herinnering bewaard in het liedje ‘Hoedje van Papier’.

 

©Bert van Zantwijk

Overname van (delen van) dit artikel is uitsluitend toegestaan onder vermelding van de naam van de auteur en/of een link naar dit artikel.