Begin 1500 namen Spaanse, Nederlandse en Engelse handelaren cavia’s vanuit Zuid-Amerika mee naar Europa, waar ze snel populair werden als exotische huisdieren onder de hogere klassen en koninklijke families. Tegenwoordig wordt een cavia in grote delen van de wereld gezien als een prima huisdier voor kinderen. Ze hebben weinig ruimte nodig, zijn relatief makkelijk te verzorgen, bijten niet, laten zich oppakken en blijven vaak op schoot zitten. Cavia’s zijn, in tegenstelling tot bijvoorbeeld een hamster of een rat, overdag actief en slapen ’s nachts. Bovendien kunnen cavia’s zeven of acht jaar oud worden, terwijl een hamster of rat meestal niet ouder wordt dan een jaar of drie. Er zijn veel verschillende caviarassen. Het ras dat wij als huisdier kennen is de cavia porcellus. De eerste naam is de naam van het geslacht, de tweede naam is de soort. Porcellus is Latijn voor klein varkentje. Een mannetje wordt daarom een beer genoemd en een vrouwtje een zeug.

Die vergelijking met een varkentje wordt vaker gemaakt, want een andere naam voor de cavia is Guinees biggetje, in het Engels Guinea pig. Dat is best vreemd, want het diertje komt niet uit Guinea (Afrika) of Nieuw-Guinea (Oceanië) en is ook geen varken. Het varkentje zou kunnen verwijzen naar het geluid van een cavia. Ze kunnen knorren en in een paniekreactie gillen ze als een speenvarken. Aannemelijker is echter dat het varkentje verwijst naar hun lichaamsbouw. Een capibara, de grootste cavia en tevens het grootste knaagdier ter wereld, leeft in moerassen en bij meren en wordt een waterzwijn genoemd. Een bruinvis werd vroeger een zeevarken genoemd. En dan zijn er nog het stekelvarken, dat verre familie is van de cavia, en het aardvarken. Zij zijn allen vernoemd naar het varken, terwijl zij daar geen familie van zijn. De overeenkomst tussen deze dieren is de gedrongen lichaamsbouw. Een populaire theorie is dat het woord ‘guinees‘ verwijst naar de guinea, een oude Engelse munt. Die naam was afkomstig van het uit Guinee afkomstige goud waarvan de eerste munten geslagen werden. De cavia’s waren exotische dieren en zouden destijds een bedrag hebben gekost dat overeenkwam met de prijs van een guinea. Die verklaring kan niet kloppen, omdat de naam Guinea pig al bestond toen de eerste guinea werd geslagen. Vermoedelijk is bij Guinees biggetje gewoon sprake van een vals geoniem, waarbij Guinea staat voor ‘uit een land ver weg’.
Cavia’s komen oorspronkelijk uit Zuid-Amerika, met name de Andesregio. Dat is een grote, langgerekte bergketen langs de westkust van Zuid-Amerika, dat zeven landen doorkruist: Argentinië, Chili, Bolivia, Peru, Ecuador, Colombia en Venezuela. Cavia’s werden zo’n 3000 jaar geleden in Peru gedomesticeerd en gehouden voor het vlees, het bont en de huid. Het Moche-volk dat van 100 tot 800 na Christus in Peru woonde vereerde dieren en beeldde vaak cavia’s af in hun kunst. Nog altijd is cavia in landen als Peru en Ecuador een traditioneel gerecht en een delicatesse. Het gerecht wordt vaak geserveerd met het hoofd en de pootjes van de cavia er nog aan. Ook in Bolivia, in het zuiden van Colombia en in het noordoosten van Chili worden cavia’s gegeten. Cavia wordt meestal geroosterd of gefrituurd en geserveerd met aardappelen, mais en een chilipeperdip.

De cavia die in Peru en Ecuador wordt gegeten wordt in het Spaans cuy en in het Quechua, dat in het Andesgebied wordt gesproken, quivi genoemd. Beide namen zijn klanknabootsingen van het geluid dat de cavia produceert. Mijn voorkeur gaat uit naar de naam cuy, omdat Spaans de officiële taal van zowel Peru als Ecuador is. Dit ras, dat ook wel reuzencavia wordt genoemd, is veel groter dan de cavia’s die in Nederland en België als huisdier worden gehouden. Dat is niet vreemd, omdat deze soort vooral voor het vlees wordt gefokt. Waarschijnlijk is de grootte van de cuy niet genetisch bepaald, maar ontstaan door langdurige selectie in fokprogramma’s. Een volwassen exemplaar kan een gewicht hebben van twee tot vier kilo, terwijl het gewicht van een volwassen Nederlandse huiscavia doorgaans schommelt tussen 1,2 (zeug) en 1,8 kilo (beer).
Peru heeft drie heel verschillende ecosystemen: het Andesgebergte, de Amazone en een lange woestijnachtige kuststrook die zorgen voor een grote variëteit aan planten en gewassen. Het gevolg is een zeer gevarieerd menu. Bijna de helft van alle voedselplanten die wij in Nederland en België kennen, is oorspronkelijk afkomstig van de boeren uit het Andes-gebied. Dit werd gecombineerd met vlees of vis. In Peru leven geen varkens, schapen of runderen en dus waren de Peruanen voor hun vlees vooral aangewezen op lama’s, alpaca’s, cavia’s en kip. Van lama- en alpacavlees werd charqui gemaakt, gezouten en in de zon gedroogde reepjes vlees dat jaren goed bleef en verwerkt kon worden in stoofschotels en soepen. Omdat lama’s ook nodig waren als lastdieren en alpaca’s wol leveren dat vijf keer warmer is dan schapenwol, werden kip, cavia’s uit het Andesgebergte en verse vis en schaaldieren uit de kustgebieden de hoofdbestanddelen van een maaltijd.

In het verleden was het fokken van cavia’s iets van de arme mensen in de bergen van de Andesregio. Hierdoor hadden ze altijd de beschikking over handelsgoederen en over een smakelijke, magere en eiwitrijke maaltijd. Inmiddels hebben ook inwoners uit de andere regio’s ingezien dat het fokken van cavia’s een goede investering is. Met 100 euro kun je al een fokprogramma starten, en dat bedrag groeit snel, want cavia’s planten zich zeer snel voort. Direct na het werpen is een zeugje weer vruchtbaar en de jonge cavia’s kunnen zich al binnen enkele weken na de geboorte voortplanten. Elke drie maanden kan een cavia een nest met twee tot acht jongen geven. De fokprogramma’s zijn daarom zeer efficiënt en leveren veel vlees tegen weinig kosten. Er worden jaarlijks ongeveer 65 miljoen cavia’s gegeten in Peru. Op markten in Ecuador en Peru zie je hoe de cavia’s, in het geheel, aan het spit worden geroosterd. De smaak is vergelijkbaar met kip en het wordt in beide landen gezien als een specialiteit. In elk dorp is wel een restaurant te vinden dat cuy op het menu heeft staan en er zijn zelfs cuyerías, restaurants die zich gespecialiseerd hebben in cuygerechten.
In oude Andesgemeenschappen had de cavia een heilige status en werd hij veel gebruikt in religieuze ceremonies en rituelen. Op een schilderij uit de 18e eeuw van Marcos Zapata, dat hangt in de belangrijkste kathedraal van Cuzco, een grote stad in de Andesregio van Peru, eten Jezus en zijn twaalf discipelen tijdens het laatste avondmaal zelfs cuy. De cavia werd beschouwd als een symbool van voorspoed, geluk en welvaart. Vroege verslagen van Spaanse kolonisten stellen dat de cavia het favoriete offerdier was van het inheemse Incavolk uit Peru. Zwarte cavia’s werden gebruikt in ceremonies om boze geesten af te weren en als offerdier aan de goden gegeven om de doden te begeleiden en bescherming te garanderen.

In de Peruaanse traditionele geneeskunde worden nog steeds cavia’s gebruikt om ziektes te diagnosticeren en te genezen. Een curandero (een soort sjamaan) voert dan een shoqma uit. Een zwarte of donkergekleurde cuy wordt daarbij langdurig over het hoofd en de huid van een patiënt gewreven. De slechte energieën van de patiënt gaan daarmee over naar de cuy. Daarna wordt de keel van de cuy doorgesneden en de buik van de cuy geopend om het bloed, de botten en de organen te onderzoeken en de patiënt te diagnosticeren. De patiënt krijgt vervolgens een behandeling, die meestal uit kruiden bestaat, voorgeschreven om de vastgestelde ziekte te bestrijden. Bij een ernstige ziekte wordt de cuy na de shoqma aan de goden geofferd om de kans op genezing te vergroten. Het is daarom niet vreemd dat cavia’s in Peru ook een belangrijke rol spelen in veel tradities.
Van juli tot oktober worden in zowel Ecuador als Peru in het hele land festivals georganiseerd om de cuy als cultureel en culinair symbool te vieren. In Ecuador wordt deze periode in november afgesloten met een groot festival in de stad Cuenca. In Peru worden op de tweede vrijdag in oktober een aantal afsluitende cuy-festivals georganiseerd. Het grootste en bekendste festival vindt plaats in Huacho, een middelgrote stad in de provincie Huaura, ongeveer 150 kilometer boven de hoofdstad Lima. Het festival, dat de naam ‘Il Festival del Cuy‘ draagt, wordt bezocht door duizenden mensen, waaronder ook veel toeristen. Het festival in Huacho heeft sinds 2008 een vermelding in het Guiness Book of Records als het grootste Guinea pig festival in de wereld. In 2013 werd de tweede vrijdag in oktober door het Ministry of Agriculture and Irrigation van Peru uitgeroepen tot Nationale Cuy Dag.

Het programma van een cuy-festival is bijna overal nagenoeg gelijk. Er zijn optredens met traditionele muziek. In Peru is dat vooral de Andesmuziek, met panfluiten (siku’s), fluiten (quena’s), gitaren en charango’s (een Boliviaanse luit), Huayno, plattelandsmuziek die vaak wordt gecombineerd met hoge zang, en Festejo, Afro-Peruaanse dansmuziek die wordt begeleid door diverse percussie-instrumenten. De Huayno en de Festejo worden meestal gecombineerd met energieke dansoptredens, met snel voetenwerk en levendige heupbewegingen.

Er is een markt waar traditionele Peruaanse artikelen worden verkocht, zoals stoffen, kleding en voedsel. De kledingkramen zijn gericht op de rijke toeristen en verkopen vooral producten van alpacawol, zoals kleurrijke truien, sjaals, sokken en chullos, de traditionele Andesmutsen met oorflappen. Er zijn ook kramen waar souvenirs en lokale handwerken worden verkocht. Bij de eetkraampjes worden snacks verkocht als tequeños (kaas, omhuld met een knapperig lichtzoet en boterachtig deeg en geserveerd met guacamole), chifle (gefrituurde, krokante plakjes banaan) en diverse soorten empanadas. Er worden traditionele Peruaanse drankjes verkocht, zoals frutillada, een lichtalcoholische maïsdrank met aardbeien en veel suiker, en chicha morada, een drankje gemaakt van paarse maïs, ananas, kaneel en kruidnagel. Soms staan er ook kraampjes met andere typisch Peruaanse producten, zoals quinoa en maca.

Bij veel cuy-festivals wordt een festivalkoningin gekozen. De deelnemers, ongetrouwde meisjes uit de stad en de omliggende dorpen, krijgen vooraf training in etiquette, catwalkoptredens, boerencultuur en caviaproductie. Tijdens het cuy-festival nemen zij het tegen elkaar op, waarbij zij worden beoordeeld op schoonheid, presentatie en hun kennis van de cultuur. De winnares wordt daarna gekroond tot festivalkoningin en wint een geldprijs. Het is niet de enige koningin die gekroond wordt, want er worden ook een cuykoning en cuykoningin gekozen. Hiertoe kleden de deelnemers hun cuy in zelfgemaakte pakjes en jurkjes. De bestgeklede beer en zeug worden uitgeroepen tot cuykoning en cuykoningin van dat jaar. Voor de eigenaar betekent dat een geldprijs, voor de cuy zijn/haar leven, want aan het eind van het festival worden alle cuys geslacht en opgegeten. Alleen de winnaars van de diverse wedstrijden worden daarbij gespaard.

Er zijn cuykeuringen, waarbij wordt gekeken naar de lichaamsverhoudingen, maar vooral naar de gezondheid van de cuy en naar de tekening en verzorging van de vacht. De keurmeesters zijn die dag ook beschikbaar voor het geven van informatie over het starten van een cuyfarm. Er is een culinaire wedstrijd, waarbij koks hun beste cuygerecht voorleggen aan een vakjury. Er zijn parcourswedstrijden om de snelste cuy te bepalen en er is een wedstrijd wie de zwaarste cuy heeft gefokt. Als de avond is aangebroken is er muziek en wordt er gedanst. En uiteraard wordt er dan volop cuy gegeten.

Voor het schrijven van dit artikel heb ik gebruik gemaakt van de volgende bronnen:
- Vice versa Online – Armoede bestrijden met een grotere caviamarkt – Ellen Mangnus, 18 mei 2020;
- LICG – Cavia – Landelijk InformatieCentrum Gezelschapsdieren;
- Wikipedia Engels – Guinea Pig;
- Caviarassen.nl – Rascuy – informatiebron: CS Hopeful Farm;
- De Grote caviawebsite – Caviafeiten;
- De Grote caviawebsite – Cavia de naam;
- Onze Taal, jaargang 77 – Etymologische misvattingen: valse geoniemen – Nicoline van der Sijs, 2008;
- Traditional medicine in Peru Andes – medicinal practices in the Peruvian Andes – Shoqma de cuy;
©Bert van Zantwijk
Overname van (delen van) dit artikel is uitsluitend toegestaan onder vermelding van de naam van de auteur en/of een link naar dit artikel.